Werkstuk Frankrijk
Voorwoord
Het was weer tijd om een werkstuk te maken. Maar waar zou ik het nou over moeten houden? Ik wou wat ideeën opdoen dus bladerde ik door “De Encyclopedie voor de jeugd.”
Opeens viel mijn oog op iets. Alle onderwerpen hebben ongeveer 1 a4 tje met tekst in tegendeel tot het onderwerp “Frankrijk.” Wat maar liefst 7 bladzijdes had. Ik wist ook al wat over Frankrijk dus het was een perfect onderwerp.
Dit filmpje om alvast in de Franse sfeer te komen.
Wijn & kaas
Ongeveer 20% van alle wijn in de wereld wordt geproduceerd door Frankrijk, omdat daar zoveel ruimte is. Veel wijnvelden zijn 2 a 4 voetbalvelden groot. Wijn heeft zijn naam te danken aan de streek, zoals Bordeaux of Champagne.
Hoe wordt wijn gemaakt?
De druiven worden geplukt in de herfst. Op kleine landerijen wordt alles met de hand geplukt en gaat daarna in grote tonnen gedaan waar ze op elkaar worden geperst, daarna gaat het in vaten waar het gaat gisten. Zo ontstaat de alcohol, daarna wordt de wijn gebottled (in flessen gestopt en de label wordt erop geplakt). Op grote landerijen rijden grote machines met hoge wielen door het veld heen, schud alle druiven uit de plant en vangt ze dan ook meteen weer op.
Lekker bij de wijn is kaas. Ook typisch Frans een stukje brie of camembert. We gaan nu even uit van koeienmelk het kan natuurlijk ook met geiten of schapenmelk.
De melk wordt in een grote kuip gegoten. Dan wordt er stremsel bijgegooid, zodat de kaas goed samen pakt, zuursel voor de smaak en de eventuele gaatjes. Dan wordt het 30 min door elkaar geroerd. Daardoor wordt het een soort pudding. Dat wordt in kleine stukjes gesneden en helemaal op elkaar geperst, zodat al het vocht eruit is. Dan wordt de vorm gemaakt en de stempel erop gedaan. Aan het eind gaat de kaas in een pekel-bad. Door het zout krijgt de kaas een goede smaak, is hij langer houdbaar en krijgt hij een harde korst. Daar laat je hem 3 dagen in liggen, daarna wordt hij te drogen gelegd Voor een jonge kaas blijft hij er een half jaar liggen en voor een oude kaas een heel jaar.
De Franse Revolutie
1789-1799 In Frankrijk waren 3 standen: De adel, de geestelijke en de burgerij. De burgerij was welvarend en invloedrijk. En de adel en de geestelijke hadden het nog beter. Zij hoefden geen belasting te betalen. Het gewone volk had helemaal niks te zeggen. De derde stand eiste verandering en kwamen in opstand. Zij vormden een groep en zwoeren pas uiteen te gaan als de nieuwe grondwet kwam. Ook wel genoemd: “De eed op Kaatsbaan.” Dat ging de koning te ver en hij stuurde het leger eropaf. Dat was het sein voor opstand. De armen bestormden de Bastille. De gevangenis die symbool stond voor de macht van de koning. Dat hielp, want op 4 augustus deed de adel afstand van zijn voorrecht ende macht van de koning werd ingeperkt. Vanaf nu waren de mensenrechten: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Op 2 september 1792 werd Frankrijk een republiek. Dat houdt in dat er een president wordt gekozen. Helaas liep dat uit tot oorlog……
Architectuur
Eifeltoren: De Eifeltoren in Parijs is gemaakt om indruk te maken op de wereldexpositie van 1889. Het was de bedoeling om de Eifeltoren daarna weer af te breken, maar de Eifeltoren stak ver boven de stad uit dus ze zouden het gebruiken als zendmast. Het ontwerp was van de ingenieur Alexander Gustave Eiffel. Eiffel was al beroemd om al zijn bruggen en aquaducten die hij had ontworpen. De Eifeltoren is gemaakt van stalen draagbalken en weegt 700.000 kilo. Er zijn 2,5 miljoen klinknagels voor nodig geweest en hij is 322 meter hoog.
Chartres: De meeste mensen in Frankrijk zijn Rooms Katholiek. Alle dorpen van groot tot klein hebben een kerk. In de grote steden hebben ze kathedralen. Chartres is een kathedraal in Noord-Frankrijk en is wereldberoemd. Hij is in 1260 gebouwd en vooral beroemd om de bouwstijl en de glas-in-lood ramen. Chartres heeft 176 ramen die in totaal 2600 vierkant meter zijn. 10 tennisbanen dus.
Het kasteel van Versailles: Versailles is een stad net buiten Parijs. De stad is niet heel bijzonder, maar het kasteel wel “Het kasteel van Versailles.” Lodewijk XIII wou een eigen kasteel hebben net buiten Parijs. Daarom bouwde hij in 1624 een kasteeltje in de stad Versailles. Het kasteel had 26 vertrekken en was omringt met een gracht zonder water. Ook zat er een mooie tuin bij van 50 hectare. In 1632 liet Lodewijk het kasteel uitbreiden. In 1643 overleed Lodewijk en zijn zoon kwam in Versailles wonen. Ook hij liet het kasteel weer vergroten. Hierna volgde nog vele andere vergrotingen. Maar Lodewijk was niet blij hij wou een grotere tuin en hij wou fonteinen met moeite werd daarvoor gezorgd. En zo ging hij nog even door. In 1789 werd Versailles bestormd alles werd verwoest behalve het kasteel. In 1792 werden spullen uit Versailles verkocht aan het Louvre waaronder de Mona Lisa. Toen werd het ook een museum.
Franse taal
De Franse taal komt voort uit het Latijn en is een Romaanse taal (dat komt van de Romeinen). De oudste Franstalige geschriften komen uit de negende eeuw. In de twaalfde eeuw werd er officieel Frans gesproken en in de zeventiende eeuw begon de Franse taal echt te leven en werd het één van de grootste Romaanse talen. In totaal spreken ze in wel 45 landen Frans, zoals op Madagascar, Congo en Canada. Dat komt doordat de meeste van deze landen vroeger koloniën waren van Frankrijk. Maar in Nederland werd ook heel even Frans gesproken. Van 1810-1813 was Frans in Nederland de officiële taal naast Nederlands. Vooral de adel sprak Frans, omdat ze het heel chic vonden en zich dan nog beter voelden dan de armen. In de Franse taal spreken ze de h niet uit, zoals hotel schrijf je als hôtel, maar spreek je uit als otel. Wij hebben veel woorden uit het Frans gepikt, dat noem je leenwoorden. Zoals trottoir, dressoir en hotel. Dit is eigenlijk de basis van Frans.